Op 17 juni 2025 deed de Rechtbank Amsterdam uitspraak in een zaak waarin een cliënt van mr. Wouters werd verdacht van betrokkenheid bij een poging gewapende overval in Finland. In december 2019 arriveerde een container met daarin cocaïne in de haven van Rotterdam. Het was niet gelukt om deze cocaïne uit de container te halen, waarna de container werd doorgevoerd naar Finland. Het bedrijf waar de container eindigde, werd uiteindelijk overvallen door een aantal personen. Een aantal Zweedse en Deense verdachten werden direct aangehouden en in Finland veroordeeld. De Finse autoriteiten meenden daarbij dat ook een aantal Nederlanders bij de overval betrokken waren, waarna de strafvervolging werd overgedragen aan Nederland.
Cliënt erkende dat hij in december 2019 in Finland was geweest, maar ontkende iedere betrokkenheid bij de overval zelf. Desalniettemin wilde de officier van justitie dat cliënt werd veroordeeld.
Mr. Wouters heeft betoogd dat het dossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs bevat dat cliënt één van de overvallers is geweest. De (veroordeelde) medeverdachte die cliënt had aangewezen, was inmiddels onvindbaar en kon niet meer als getuige worden gehoord. Daarom moest zijn getuigenverklaring worden uitgesloten van het bewijs. Het overige bewijs was niet voldoende voor een bewezenverklaring.
De rechtbank volgde het betoog van mr. Wouters. De getuigenverklaring werd uitgesloten van het bewijs en cliënt werd integraal vrijgesproken. Door de officier van justitie werd geen hoger beroep ingesteld. Klik hier voor het vonnis.