Op 10 januari 2025 behandelde de politierechter in Almere een zaak waarin een cliënt van mr. Wouters werd verdacht van een poging zware mishandeling. Cliënt werd ervan beschuldigd in 2023 in het café een bierglas kapot te hebben geslagen of gegooid op aangever. Cliënt ontkende dat hij die avond überhaupt in het café was geweest.
De officier van justitie meende desalniettemin dat cliënt moest worden veroordeeld en eiste daarbij een taakstraf voor de duur van 120 uren. Daarnaast moest cliënt, wat de officier van justitie betreft, een schadevergoeding betalen aan aangever.
Mr. Wouters heeft bepleit dat cliënt moest worden vrijgesproken, nu de zogenoemde de auditu-verklaringen in het dossier niet voldoende waren voor een bewezenverklaring. Overig bewijs voor betrokkenheid ontbrak.
De politierechter volgde het betoog van mr. Wouters en sprak cliënt vrij. Door de officier van justitie is geen hoger beroep ingesteld.