Zondag, 24 mei 2020
Afgelopen vrijdag vond de inhoudelijke behandeling plaats van de strafzaak tegen cliënt Ahmad P. Cliënt wordt verdacht van moord dan wel (gekwalificeerde) doodslag.
De officier van justitie had vorig jaar al zijn strafeis geformuleerd en zag geen aanleiding om zijn eis aan te passen. Mr. Admiraal bepleitte namens cliënt dat er geen bewijs is dat cliënt met voorbedachte raad heeft gehandeld en dat om die reden cliënt van moord dient te worden vrijgesproken. Ook is er geen bewijs voor gekwalificeerde doodslag, omdat helemaal niet vaststaat dat cliënt een tasje of iets anders zou hebben ontvreemd van het slachtoffer.
Gelet op de bekennende verklaring van cliënt en de overige inhoud van het dossier is de verdediging wel van mening dat er een veroordeling voor doodslag kan volgen. Echter dient hiervoor een lagere straf opgelegd te worden dan geëist door de officier van justitie.
De uitspraak is op 5 juni.
Lees hier een artikel over deze zaak in het Parool.