Op 6 februari 2025 deed de Rechtbank Oost-Brabant in een drietal zaken van een cliënt van mr. Wouters. Cliënt werd er onder andere van verdacht dat hij zijn ex-partner over een lange periode (zwaar) had mishandeld en bedreigd. Cliënt ontkende alle beschuldigingen.
Door de officier van justitie werd een bewezenverklaring van alle feiten geëist. De officier van justitie eiste daarbij een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, een contactverbod met de ex-partner van cliënt (in de vorm van een zogenoemde artikel 38v Sr-maatregel) en een verplichting voor cliënt om zich klinisch te laten opnemen (in de vorm van een zogenoemde artikel 38z Sr-maatregel).
Door mr. Wouters is, om uiteenlopende redenen, vrijspraak van alle tenlastegelegde feiten verzocht. In dat kader heeft mr. Wouters de betrouwbaarheid en aannemelijkheid van de verklaringen van de ex-partner onderbouwd betwist.
De rechtbank heeft cliënt uiteindelijk veroordeeld wegens een tweetal bedreigingen, zware mishandeling van de ex-partner en het bezit van een geringe hoeveelheid cocaïne. Cliënt is vrijgesproken van alle tenlastegelegde eenvoudige mishandelingen. De rechtbank heeft aan cliënt een gevangenisstraf voor de duur van 10 maanden opgelegd, gecombineerd met een contactverbod met de ex-partner. Tot slot moet cliënt een schadevergoeding aan zijn ex-partner betalen.
U kunt het vonnis hier lezen.