Op 7 maart 2024 heeft de Internationale Rechtshulpkamer van de Rechtbank Amsterdam het overleveringsverzoek van Roemenië om een cliënt van mr. Stam over te leveren geweigerd. In een geval zoals deze, waarin cliënt buiten zijn aanwezigheid was veroordeeld en niet bleek dat cliënt geweten had van het strafproces tegen hem in Roemenië, dient er een garantie te worden verstrekt dat er alsnog een inhoudelijk proces zal gaan plaatsvinden, indien de cliënt dat wenst (een zogenaamd recht op verzet). In deze zaak bleek onvoldoende van het geven van een garantie door de Roemeense autoriteiten dat cliënt het recht had om verzet aan te tekenen tegen het vonnis dat Roemenië wilde executeren. Dat leverde de weigeringsgrond van artikel 12 Overleveringswet op. Cliënt is daarom op vrije voeten gesteld.
Klik hier voor de uitspraak van de Rechtbank Amsterdam.