+ 31 20 30 32 840
·
info@takensadmiraal.nl
·
Maken afspraak: Ma - Vr 09:00-17:30
Contact

Gijzeling

Wanneer een verdachte voor een strafbaar feit wordt veroordeeld en de rechter vervolgens tot het oordeel komt dat er wederrechtelijk voordeel is genoten, dan kan na een daartoe gedane vordering van het openbaar ministerie tot ontneming, dat voordeel worden afgepakt (ook wel ‘Plukze’ genoemd). Daarbij wordt bepaald voor welke duur er gijzeling kan worden toegepast, wanneer de veroordeelde niet tot betaling overgaat en deze gijzeling als pressiemiddel ingezet kan worden, om de veroordeelde alsnog tot betaling te dwingen door deze tijdelijk gevangen te nemen. Daarvoor is een afzonderlijke gijzelings-procedure vereist, waarbij de officier van justitie aan de rechtbank toestemming vraagt om gijzeling toe te passen voor een bepaalde duur. De rechtbank dient dan te oordelen of de veroordeeld verwijtbaar weigerachtig is te betalen en, zo ja, voor welke duur gijzeling mag worden toegepast.

Enkel in hoogst uitzonderlijke situaties, waarbij sprake is van niet-verwijtbare betalingsonmacht, zal de rechtbank daar rekening mee houden. Het bewijs van een dergelijke betalingsonmacht ligt dan bij de veroordeelde. Slaagt de veroordeelde niet in dat bewijs, dan zal de rechtbank geen of slechts is verminderde mate rekening hoeven houden met hetgeen de veroordeelde heeft aangevoerd.

Een voorbeeld hiervan is een zaak waarin mr. Takens een cliënt bijstond. Deze veroordeelde heeft altijd ontkend voordeel te hebben gehad uit een eerder strafbaar feit. Desalniettemin werd hij veroordeeld en werd een ontnemingsbedrag van € 167.725,– bepaald. Daarvan was door hem slechts € 1.475,– betaald. De veroordeelde voerde aan dat hij, na een lange tijd van detentie, dakloos is geweest, lange tijd geen inkomen had en nu eindelijk een eigen kamer had en voorzichtig aan zicht had op een betere toekomst, doordat hij een baan heeft gekregen maar hij daarin nog moest doorgroeien. Corona had bovendien roet in het eten gegooid, waardoor het bedrijf minder werk had en hij een tijdje minder ingezet was, zodat zijn inkomen steeds zeer bescheiden is geweest. Dat verklaarde zijn betalingsonmacht.

De rechtbank was wel gevoelig voor de aangevoerde argumenten en gaf vervolgens toestemming voor 30 dagen gijzeling en niet 540 dagen, zoals door de officier van justitie gevorderd werd.

https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBNHO:2023:2816

Related Posts